Heeft het je ooit verbaasd dat sommigen elke dag urenlang kunnen trainen en dan nog steeds fris zijn, terwijl jij al na één pittige sessie helemaal uitgeblust bent? Het verschil zit hem in herstel. Sommige mensen kunnen – en dat is genetisch bepaald – meer aan dan anderen. Wat we in ieder geval allemaal kunnen doen, is ervoor zorgen dat we met de juiste voeding beter herstellen. In deze serie lees je wat de essentials zijn als het gaat om herstel. We trappen af met het meest nuttige advies.
Er valt heel veel te leren
Als het aankomt op herstelvoeding, dan is het goed om een schema met eetmomenten op te stellen. Wanneer gebruik je langzame en snelle koolhydraten? Welke soorten eiwitten neem je? En hoe vul je de reserves goed aan? Het lijkt misschien wat ver gaan voor een doorsnee wielerliefhebber of iemand die pas net is begonnen met de sport, dat kunnen we ons heel goed voorstellen. Omdat dit toch belangrijk is, is dit juist het eerste advies.
Hou het eenvoudig
Als je sport voor je plezier en om fit te blijven, kun je het gebruik van herstelvoeding vrij beperkt houden. Je nutritionele behoefte dek je eigenlijk al door één tot twee uur voor de inspanning een gezonde, gevarieerde maaltijd te nemen. En na afloop opnieuw. De herstelmaaltijd bestaat idealiter uit hoogwaardige eiwitten en een mix van energie die het lichaam langzaam opneemt. Denk daarbij aan gezonde vetten of langzame koolhydraten. Als je echter in competitie treedt en voordeel wil behalen, moet je uiteraard meer doen dan alleen dit. Daar gaat de rest van deze serie over.
Als je denkt dat je al veel weet over herstel, raden wij je aan om de quiz hieronder eens te proberen. Als je een fout antwoord geeft, is dat helemaal niet erg. Blijf komende maand onze serie over herstelvoeding volgen en je leert alles wat je moet weten.
[skoda-knowledge-test id=”165190″]