Een belangrijk onderdeel van de maatregelen is om het fietsgebruik onder zowel inwoners als toeristen geleidelijk te vergroten. Het streven is een verdubbeling van het vervoer per fiets tegen 2025. Het aandeel van de fiets in het totale aantal verplaatsingen moet dan zijn toegenomen tot 16 procent. Al sinds 2016 breidt Oslo het netwerk van fietspaden uit. Daarnaast ontvingen inwoners in 2016 en 2017 een korting van 500 en 1.000 euro op de aanschaf van e-bikes en cargofietsen.
Bijna 700 parkeerplaatsen voor auto’s zijn verwijderd en bij wijze van experiment vervangen door openbare voorzieningen. Denk daarbij aan tuinen, speelweiden, bankjes en fietsenstallingen. Onderdeel van het plan is om in en rond het centrum 40 mijl (ongeveer 65 kilometer) aan nieuwe fietspaden aan te leggen. Zo moet de uitstoot van broeikasgassen in de stad tegen 2030 teruggebracht zijn naar 95 procent van het niveau in 1990.
Natuurlijk, Oslo is niet de enige stad die de fiets beschouwt als een essentieel middel om de bereikbaarheid te verbeteren en de luchtverontreiniging te verminderen. Volgens gegevens van de Verenigde Naties (Economische en Sociale Zaken) leeft 68 procent van de wereldbevolking in 2050 in stedelijke gebieden. Nu is dat nog 55 procent. Om die reden werken steden als Oslo, nationale overheden en de Europese Unie aan een transformatie in stedelijke mobiliteit. Die moet overbelasting van het verkeersnetwerk en het hoge verontreinigingsniveau tegengaan. Voornaamste maatregelen zijn het terugdringen van het autobezit en het stimuleren van alternatieven, zoals deelauto’s, carpoolen, openbaar vervoer en de fiets.
In Berlijn, bijvoorbeeld, is in december 2017 groen licht gegeven voor de aanleg van ten minste 100 kilometer aan fietssnelwegen door de stad. Daarnaast wil de Duitse hoofdstad uiterlijk in 2025 zo’n 100.000 nieuwe fietsparkeerplaatsen gecreëerd hebben. Om dat te bereiken, zijn grote parkeervoorzieningen in de maak. De bestaande fietspaden worden beschermd tegen autoverkeer door paaltjes. Dat moet de verkeersveiligheid van fietsers vergroten. Tot slot wil Berlijn dat een derde van de wegen aan de zijkant een fietsstrook krijgt. Vandaag de dag is dat nog maar bij 18 procent van de wegen het geval.
In Parijs heeft burgemeester Anne Hidalgo een ambitieus plan gelanceerd om haar stad te transformeren van lichtstad in ’s werelds fietshoofdstad. Het doel van het zogeheten ‘Plan Vélo’, oftewel het fietsplan, is om de huidige 700 kilometer aan fietspaden uiterlijk 2020 verdubbeld te hebben. Daarnaast staat de aanleg gepland van 10.000 nieuwe fietsparkeerplaatsen.
Parijs heeft echter nog een lange weg te gaan voordat het Kopenhagen kan aftroeven. Dat is nu de wereldwijde fietshoofdstad. Meer dan de helft van de bevolking in de Deense hoofdstad fietst dagelijks naar het werk, vooral dankzij de komst van speciale fiets- en voetgangerszones sinds de jaren zestig. Op een gemiddelde doordeweekse dag fietsen de mensen in Kopenhagen bij elkaar zo’n 1,4 miljoen kilometer. Kopenhagen heeft nu meer dan 375 kilometer aan fietspaden. Bovendien zijn er fietsvriendelijke verkeerslichten die bij fietsers sneller op groen springen.
De stad heeft eveneens werk gemaakt van uitbreiding van de fietssnelwegen. Dit om het voor inwoners van omliggende voorsteden gemakkelijker te maken om Kopenhagen in te fietsen. De eerste van 28 geplande snelfietsroutes is in 2014 geopend. Uiteindelijk zal het totale netwerk bestaan uit ongeveer 500 kilometer aan fietssnelwegen. Het streven is om het aantal auto’s in de straten van Kopenhagen drastisch terug te dringen. De stad denkt ongeveer 40 miljoen euro te kunnen besparen door gezondheidsvoordelen bij fietsende inwoners.
Zonder twijfel volgen veel Europese steden de inspanningen van Kopenhagen op de voet. De Deense fietscultuur is een grote inspiratiebron voor andere steden die hun centrum toekomstbestendig willen maken. De ontwikkeling waarbij de fiets als voornaamste vervoersmiddel wordt gezien, heeft zelfs al een naam gekregen: ‘kopenhagenisatie’.