Week 2 – langer rijden
Nu je fiets op de juiste manier is afgesteld en je comfortabel zit, is het tijd om de duur op te schroeven. Je moet gedurende de eerste twee ritten ergens tussen de 30 en 45 minuten proberen te rijden. Op zondag voer je een training uit van 60 minuten. Houd alle ritten wederom in een gesprekstempo (TP).
Een korte fietscontrole
Nu je regelmatig fietst, moet het standaard worden dat je voorafgaand aan elke rit je fiets controleert. Check de banden en ga na of de druk voldoende is. Je moet de banden met een duim lichtjes in kunnen drukken. Probeer de remmen en schakel een aantal maal op en af. Hoewel een rit van 60 minuten niet erg lang is, loont het om een aantal dingen mee te nemen. Bekijk onze lijst met tien belangrijke items.
Hydratatie
Naarmate je meer tijd op de fiets doorbrengt, moet je steeds oog hebben voor de hydratatie. Voor een rit van een uur lang houd je een richtlijn van 500-750 milliliter water aan, afhankelijk van het weer. Probeer ook vanaf nu bij elke training om de 10-15 minuten een slok water te nemen. Het is zaak dat dat erin slijt. Zorg er ook voor dat je binnen de twee uur van een training geen complete maaltijd meer eet. Het is beter om je maag relatief leeg te houden en de bloedtoevoer naar de spieren optimaal te houden. De volgende keer geven we meer informatie over voeding.
Leg je inspanning vast
Voor diegenen die van cijfertjes houden en hun voortgang willen bijhouden, is het tegenwoordig heel gemakkelijk om een fitness-app op de telefoon te downloaden. Deze brengt dankzij GPS alle ritten in kaart. Je krijg informatie over onder meer je gemiddelde snelheid, topsnelheid en afstand. De meeste fietsers geven de voorkeur aan Strava.
Ga naar de volgende training die op het schema staat