In de Sittardse wijk Sanderbout, op een steenworp afstand van het Tom Dumoulin Bike Park, verrees een complex met 28 appartementen. Hier verblijven alle talenten van het opleidingsteam en een aantal rensters van de damesploeg. Daarnaast wonen er ook enkele overzeese profs uit het WorldTour-team die hier ver van huis een tweede thuis vinden.
Team Sunweb wil met deze campus zijn sporters vooral leren beter samen te werken. “In de wielersport gaat het er uiteindelijk over om sporters zo fris mogelijk in de finale te krijgen. Dan heb je het over energiebeheer. Dat kan je bereiken door beter samen te werken en beter te innoveren,” legt teammanager Iwan Spekenbrink zijn filosofie uit.
Leren samenwerken
Het project is uniek in de wielrennerij. “In de wielersport vinden we het de normaalste zaak van de wereld dat iedereen vanaf zijn eigen plekje wordt ingevlogen voor de wedstrijden. In elke andere teamsport is het gebruikelijk om je met elkaar voor te bereiden. Voor ons is deze plek een ideale manier om te leren nog beter met elkaar samen te werken”, aldus Spekenbrink.
“De renners van het development programma zijn jongens van 18,19 jaar. Die verlaten voor het eerst het ouderlijk huis. Daar hebben we hier een geweldige accommodatie voor”, legt hij uit. “We hebben hier alle expertise en faciliteiten bij elkaar. Op die manier kunnen we ze sneller gaan vormen tot hele goede wielrenners. Wij weten dat we hierdoor een betere ploeg gaan worden. De droom is om in 2025 een rit in de Tour de France te winnen met een renner die uit dit project voortkomt.”
Limburg
De ploeg koos Limburg als vestigingsplek. Het kreeg de voorkeur boven populaire fietslanden als Spanje, Italië of Zwitserland. “We hebben veel verzoeken gehad uit binnen- en buitenland, maar hebben uiteindelijk voor Limburg gekozen. Je hebt hier veel wedstrijden, maar ook de nodige vliegvelden in de buurt. Er zit hier veel kennis zoals bijvoorbeeld bij de Universiteit van Maastricht, waar we veel mee samen werken. En er heerst hier een echte wielercultuur. Dat is voor ons ook belangrijk. Bovendien hechten we er veel waarde aan dat onze renners midden in de maatschappij staan. Dat was aan de Spaanse kust onmogelijk geweest.”
De coördinatie is in handen van oud-prof Albert Timmer, die tijdens zijn actieve carrière zeven keer de Tour de France reed. “Mijn rol is heel breed, maar ik moet er vooral voor zorgen dat alle kennis die wij in de ploeg hebben bij de renners komt. Het is veel lastiger om deze kennis te delen wanneer iedereen thuis woont. Je kan mailen en bellen, maar juist wanneer je renners bij elkaar zet krijg je interessante discussies”, legt hij uit.
In het als hofje ingerichte complex staan er veertien huisjes met elk twee appartementen. “In principe heeft iedere renner zijn eigen appartement. Een ongekende luxe wanneer je net uit huis gaat”, stelt Timmer. Het complex bevat onder meer een centrale ruimte voor bijeenkomsten, een core-stability ruimte om binnen te trainen en een grote keuken. De maaltijden worden verzorgd door een kok, maar er is ook ruimte om zelf te koken. “Het eten wordt afgestemd op de individuele behoeften van de sporter. Die verschillen bijvoorbeeld bij een renner die in voorbereiding is en een renner die net terugkomt van een zware wedstrijd. De menu’s worden op maat gemaakt zodat de renner precies krijgt wat hij nodig heeft” legt Timmer uit.
Faciliteiten die op de campus ontbreken, vindt de ploeg in de buurt. “De krachttrainingen worden gedaan bij het nabijgelegen Fortuna-stadion. Daarnaast maken we veel gebruik van het Tom Dumoulin Bike Park. Dat is hier maar vijfhonderd meter vandaan. Voor ons is het ideaal om op een afgesloten parcours dingen uit te proberen. Zoals bijvoorbeeld voor de ploegentijdrit. Dat gaat op de openbare weg toch een stuk lastiger.”
Circulair gebouw
Het duurzame en innovatieve karakter van de wielerformatie is terug te zien in deze woningen. De ploeg koos voor energiezuinige appartementen, die circulair gebouwd zijn. Dit heeft als voordeel dat de gebouwen na verloop van tijd makkelijker af te breken zijn en de materialen opnieuw kunnen worden gebruikt.
De keramische bakstenen in de gevel zijn niet gemetseld, maar gestapeld. Er wordt gebruik gemaakt van een techniek waarbij tussen de voegen geen specie of lijm wordt gebruikt, maar een 4 mm dikke kunststof mat die de stenen bij elkaar houdt.
Over de kozijnen zit een speciaal soort folie die ervoor zorgt dat deze niet geschilderd hoeven te worden. Energie wordt opgewekt met de zonnepanelen die op het dak liggen.
Stap vooruit
Coryn Rivera is een van de bewoonsters van de campus. De winnares van de Ronde van Vlaanderen 2017 vindt in Limburg een welkome Europese thuisbasis. “De overstap naar Europa was niet makkelijk, maar hier ligt het niveau hoger dan in de Verenigde Staten. Dus ik moest deze stap wel maken”, legt de 26-jarige Amerikaanse uit. “Hiervoor hadden we met de ploeg al een eigen huis in het nabijgelegen park Watersley, maar dat was toch anders. Het was bijvoorbeeld wat al ouder en hier is alles nieuw. We hadden allemaal wel onze eigen kamer, maar deelden bijvoorbeeld de keuken. Dan is dit toch een stuk fijner. Het is een groot voordeel dat we hier met zijn allen wonen. Het maakt het bijvoorbeeld een stuk makkelijker om samen te trainen.”
Dat de ploeg de nodige faciliteiten biedt en ook het een ander regisseert, wil niet zeggen dat de atleten al hun vrijheden op moeten geven. “Ik kook voor mijzelf en heb gelukkig de vrijheid om zelf mijn keuzes te maken. We krijgen suggesties wat we kunnen eten, maar maken daar nog steeds onze eigen keuzes uit”, aldus Rivera.
Door het openen van een eigen campus, loopt Team Sunweb voorop. Spekenbrink verwacht dat andere ploegen zullen volgen. “Topsport is heel simpel. Je moet altijd harder dan je concurrent. We zijn ervan overtuigd dat dit gaan werken, dus we zullen ongetwijfeld navolging krijgen.”
Ondertussen werkt de ploeg verder aan het kneden van een nieuwe generatie wielrenners. Bij de ingang herinneren vijf gele stenen met de hashtag #TDF2025 aan de droom van deze talenten: zegevierend over de finish in de Tour van 2025.