Als we kijken naar hoe ze worden gemaakt, kunnen we een onderscheid maken tussen drie soorten eiwitpoeders: concentraten, isolaten en hydrolysaten. Ze hebben elk hun specifieke werking en verschillen ook nogal in prijs. Laten we eens kijken welk eiwitpoeder voor jou het beste is.
Eiwitconcentraten bevatten koolhydraten en vetten
Van de drie soorten eiwitpoeders worden eiwitconcentraten het minst verwerkt. Ze worden gemaakt door eiwit te extraheren met behulp van warmte en zuur of enzymen. Eiwitconcentraten bevatten meestal 70-80% eiwit. Soms is dit percentage zelfs lager, bijvoorbeeld bij plantaardige eiwitbronnen. Voor de rest bestaan ze uit koolhydraten en vetten. Concentraten zijn dus niet ideaal als je alleen maar eiwitten wilt binnenkrijgen. Het voordeel is dat ze bioactieve microfracties bevatten die de spijsvertering, het humeur en de immuunfunctie kunnen verbeteren.
Eiwitisolaten als je exacte macro’s nodig hebt
Isolaten ondergaan een extra verwerking. Er volgt een extra filterproces, waarbij meer vetten en koolhydraten worden verwijderd. Isolaten bevatten meer dan 90% eiwit. Ideaal voor als je alleen maar eiwitten wilt binnenkrijgen en zo min mogelijk calorieën afkomstig van koolhydraten en vetten.
Eiwithydrolysaten voor een snelle opname
Hydrolysaten worden het meest verwerkt. Ze ondergaan een extra behandeling met warmte en zuur of enzymen waardoor de eiwitketens in kleinere stukken worden gesplitst, de zogenaamde peptiden. Hierdoor worden ze sneller door het lichaam opgenomen dan concentraten en isolaten. Een ander voordeel is dat deze verwerking resulteert in een zeer laag lactosegehalte bij melkeiwit, waardoor ze makkelijker te verteren zijn. Het nadeel van hydrolysaten is dat ze bitter smaken, zodat er vaak suiker of een zoetstof moet worden toegevoegd. Ook bevatten ze geen bioactieve microfracties zoals concentraten en zijn ze aanzienlijk duurder.
Kijk altijd op het etiket welke zoetstoffen zijn toegevoegd
Als je kiest voor een eiwitpoeder met een smaakje, moet je weten dat er drie soorten zoetstoffen zijn. Er zijn voedzame of natuurlijke zoetstoffen, zoals honing, ahornstroop, bruine rijstsiroop en kokossuiker. Deze bevatten suiker. Wil je niet te veel suiker binnenkrijgen, dan kan je het beste een poeder kiezen met minder dan 5 g suiker per portie.
Verder zijn er niet-voedzame of kunstmatige zoetstoffen, zoals sucralose, aspartaam en sacharine. Deze bevatten zeer weinig of geen suiker en zijn over het algemeen veilig om te gebruiken. Maar ze kunnen de glycemische impact van het poeder vergroten. En er zijn natuurlijk altijd mensen die liever geen kunstmatige producten willen gebruiken. Tot slot zijn er suikeralcoholen, zoals sorbitol, maltitol en erythritol. Deze bevatten nagenoeg geen koolhydraten en calorieën. Suikeralcoholen worden niet verteerd in het lichaam, vergelijkbaar met vezels. Daarom worden deze veel gebruikt door mensen die last hebben van maag-darmklachten.
Controleer op additieven
Op het etiket van de eiwitpoeders staan vaak veel meer ingrediënten vermeld dan alleen het eiwit en de zoetstof. Kijk of je een vage of algemene omschrijving kan vinden, zoals “kunstmatige smaakstoffen”. In dat geval kan je het poeder beter niet kopen. Je kan natuurlijk altijd contact opnemen met de fabrikant om te vragen wat er in het poeder zit. Als je voorkeur uitgaat naar een whole food-poeder, check dan of het emulgeermiddelen bevat, zoals carrageen, lecithine, carboxymethylcellulose of siliciumdioxide. In kleine hoeveelheden zijn deze veilig. Ook verdikkingsmiddelen, zoals psylliumschil, xanthaangom en inuline, zijn in kleine hoeveelheden veilig. Soms worden plantaardige oliën gebruikt om de textuur te verbeteren, dus vermijd poeders die gehydrogeneerde oliën bevatten.