De langste etappe
De beginjaren van de Tour de France staan bekend om de extreem zware etappes, dus het is geen verrassing dat de langste etappe ooit plaatsvond in 1919. De rit ging van Les Sables-d’Olonne naar Bayonne over maar liefst 482 km! De winnaar Jean Alavoine finishte in een tijd van 18 uur en 54 minuten! Na 1945 werden de etappes ingekort. De langste gingen toen over een afstand van zo’n 350 km. De afgelopen 20 jaar zijn de etappes verder ingekort en tegenwoordig zijn ze zelden langer dan 250 km. Petje af voor de renners van 1910.
De kortste etappe
Hoewel slopende lange etappes kenmerkend zijn voor de Tour, is het de afwisseling die het interessant maakt om naar de etappekoers te kijken. De kortste etappe ooit was de 15e etappe van de Tour van 1971. De rit van Luchon naar Superbagnères ging over slechts 19,6 km, maar de renners moesten wel tot 1900 meter in de Pyreneeën klimmen. José Manuel Fuente won deze korte bergetappe in 48 minuten en 42 seconden. De kortste vlakke etappe was 38 km lang en vond plaats in de Tour van 1988. Adri van der Poel wist deze te winnen in slechts 46 minuten en 36 seconden. In datzelfde jaar werd ook de kortste individuele tijdrit verreden. Het was een proloog vóór de eerste etappe die slechts 1 km lang was. Guido Bontempi was de winnaar in 1 minuut en 14 seconden.
De lastigste etappe
Voor de lastigste etappe moeten we weer terug naar de beginperiode, en wel naar de 10e etappe van de Tour van 1926. De renners startten in Bayonne en moesten over vier zware cols – Aubisque, Tourmalet, Aspin en Peyresourde – om vervolgens in Luchon te finishen, allemaal onder barre weersomstandigheden. In totaal gingen 76 renners om middernacht van start. Na 17 uur en 12 minuten kwam Lucien Buysse als eerste over de meet. Nummer twee kwam binnen met een achterstand van 25 minuten. Nog eens een uur later passeerden de volgende 10 renners de finish. Tegen de tijd dat het weer middernacht was, waren er slechts 47 renners in Luchon aangekomen, waarvan velen met de bus. De overige renners waren uit koers gestapt. Ook de 18e etappe van de Tour van 1983 verdient hier een eervolle vermelding. De rit ging over 247,5 km waarbij de renners in totaal 6685 hoogtemeters moesten overwinnen. Jacques Michaud won deze etappe in 7 uur en 45 minuten.
De mooiste etappe
Deze is lastig, want bijna alle bergetappes zijn prachtig. De 10e etappe van de Tour van 1962 naar de Alpe d’Huez is misschien wel het meest bijzonder. Dat was het jaar dat er voor het eerst motoren met tv-camera’s met het peloton meereden en de fans thuis de renners van dichtbij konden volgen. Het was ook het jaar dat er voor het eerst een aankomst bergop was. De adembenemende beelden van deze prachtige klim gingen de hele wereld over en sindsdien keert deze etappe regelmatig terug in de Tour. In 2013 moesten de renners de Alpe d’Huez twee keer op één dag beklimmen. De recordhouder op de Alpe d’Huez is Marco Pantani, die deze 14,5 km lange beklimming, waarbij een hoogteverschil van 1135 meter wordt overbrugd, in 37 minuten en 35 seconden volbracht. Een gemiddelde fietser heeft waarschijnlijk meer dan 90 minuten nodig voor dezelfde prestatie.
De meest gevreesde etappe
De meest gevreesde etappes zijn meestal niet de langste, noch die met de hoogste cols. Wat de renners het meest vrezen is een combinatie van een relatief korte etappe met veel beklimmingen. Dit betekent meestal een krankzinnig tempo van begin tot eind zonder enige kans om op adem te komen in het peloton. De 17e etappe van de Tour van 2018 is hiervan een goed voorbeeld. De 65 km lange etappe van Bagnères-de-Luchon naar Saint-Lary-Soulan bestond uit 38 km klimmen, drie zware cols, geen enkel vlak stuk en een finish boven op de Col du Portet. In deze etappe werd ook voor het eerst een Formule 1-achtige startopstelling gebruikt. Bij de start werden de renners opgesteld op basis van hun positie in het algemeen klassement. De top twintig startte schuin achter elkaar en daarachter de rest. Het was een drama van begin tot eind, zoals verwacht. Alles werd beslist op de laatste klim waar Nairo Quintana aanviel en zelfs Chris Froome en Geraint Thomas niet konden volgen.